door: Dick Hulsman
De bollenakkers liggen er keurig verzorgd bij. Schoon, gevuld met helder geel stro. Ze zijn zo schoon dat je er de hele zomer met de auto doorheen kunt rijden, zonder dat er een vlieg op de bumpers en ramen komt. Dat komt o.a. door imidacloprid. Het is een veel gebruikte insecticide en ook een neonicotinoide. Dit middel doodt insecten en zorgt ervoor dat bijen de weg naar huis niet meer kunnen vinden, waardoor ze ook sterven. Het tast hun zenuwstelsel aan. Ook het aantal zwaluwen en weidevogels wordt voortdurend minder. De hoog in de lucht zingende leeuwerik is verdwenen.
Zou dat middel alleen maar het zenuwstelsel van bijen aantasten? Wij, mensen, zijn genetisch verwant aan het leven op aarde. Misschien ondervinden wij daar ook schade van. Prof. Bas Bloem, gerenommeerd neuroloog aan de Radbouw Universiteit te Nijmegen, vindt van wel. Hij spreekt over de Parkinson pandemie door het gebruik van onder meer pesticiden. In Frankrijk is Parkinson al als beroepsziekte onder boeren erkend. Het RIVM heeft kennelijk ook haar twijfels. Het is bezig aan een langjarig onderzoek naar de gezondheid van boeren en omwonenden van gebieden, waar gespoten wordt met pesticiden.
Hetzelfde RIVM ontdekte al een paar jaar geleden dat een bespoten akker nog veertien dagen blijft uitdampen en dat de gespoten stof zich tot vijfhonderd meter van de akker verspreidt. Het komt terecht in het huisstof van de boerderijen, maar ook in de huizen van omwonenden. Het werd daar ook aangetroffen in de luiers van baby’s en in de urine van omwonenden. Je ziet en merkt daar helemaal niets van.
In Drenthe verzetten bewoners zich actief tegen spuitende boeren en hebben zich verenigd in de actiegroep “bollenboos”. Zij willen ongestoord en gezond wonen in een gebied, waarvan zij dachten dat het gezond was. In Friesland kregen bewoners van de rechter gelijk in hun strijd tegen het vele gebruik van pesticiden door een naburige leliekweker.
Zijn onze boeren de grote boosdoeners? Onze overheid heeft een grote rol gespeeld. Beginnend met minister Mansholt heeft zij de boeren jarenlang gedwongen groot, voordelig en op industriële wijze te produceren. Dat betekende in de praktijk met veel kunstmest en gebruik van pesticiden. Daardoor kregen wij goedkoop voedsel en konden boeren overleven. Als ze niet meededen delfden ze het onderspit. Pas nu begint het Ministerie van Landbouw te spreken over dreigende onvruchtbaarheid van de akkers door overvloedig gebruik van kunstmest en pesticiden. Er zijn alternatieven, maar die vergen een lang en kostbaar proces van verandering, waarbij we niet tegenover de boeren, maar achter de boeren moeten staan.